Schaerweijde Interview -30- Sofie van Essen
27-1-2021 In deze serie interviews laten we vrijwilligers van Schaerweijde zien. Vrijwilligers met een rood-zwart hart die vaak tientallen uren besteden aan activiteiten in de club waar we met elkaar voordeel van hebben. Vele schouders dragen Schaerweijde, het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Of het nou bardienst, materiaalcommissie, bestuurslid of jeugdtrainer is; de club, dat zijn wij.Samen met vele anderen zorgt zij ervoor dat ongeveer 1000 kinderen wekelijks kunnen trainen en spelen. Iedereen op de juiste plek. En tijdens deze coronaperiode is dat een puzzel met een behoorlijke extra handicap. Toch lukt het om op de meeste zaterdagen de kids in grote getallen met blije gezichten van het veld af te zien lopen. En de komende weken zelfs in het kader van de heuse ‘Piste Cup’.
Zat hockey in je opvoeding?
Ja dat kun je wel zeggen. Ik ben de oudste van het gezin,
mijn ouders hockeyden beiden bij Breda, dus het was vrij duidelijk welke sport
ik ging doen. Met de paplepel zo gezegd. Ik had muziekles en hockey. De club, bh&bc
Breda, was net als Schaerweijde, een familieclub met ambitie. De combinatie van sport en
sociaal, heb ik dus van jongs af aan meegekregen. Ik vind het dan ook nog
steeds erg belangrijk dat een hockeyvereniging dat kan bieden wat voor iedereen
gewenst is. Verschillende kinderen hebben verschillende wensen, die
op een vereniging als de onze goed te harmoniseren zijn. Voor elk wat wils zou
je kunnen zeggen. Ik heb dat bij Breda al zien werken en dat lukt ook bij Schaerweijde.
Bij Breda begonnen we met de hockeyschool, dat was een leerzaam begin, gegeven door meneer Pieper. De
eerste wedstrijdjes speelde je toen in de 6-tallen en ik heb vervolgens de
gehele jeugd bij Breda doorlopen.
Was je goed?
Ik weet niet of je dat zo van jezelf moet zeggen, maar ik
heb wel talent gekend. Ik heb Dames 1 gehaald, op het vroegere overgangsklasseniveau.
Het is grappig maar eigenlijk zie je daarin ook de combinatie van sport en
sociaal terug. Want ik was weliswaar 1e-lijns, liep zelfs voor op
leeftijdgenoten, maar was niet overambitieus en gaf er niet alles voor op.
Ik vond en vind dat je de club ook iets terug moet geven; ik heb training geven en in het jeugdbestuur gezeten. Ook later, toen ik in Rotterdam ging studeren, koos ik voor een familieclub met ambitie. Bij Victoria kon ik het evenwichtige sportleven voortzetten.
Heb je dan niet het idee dat je kansen op de top hebt
laten liggen?
Misschien wel, maar zo heb ik hockey altijd kunnen combineren
met andere dingen die ik ook graag deed. Op het veld was ik erg fanatiek. Ik
combineerde dat buiten het veld met een fijne tijd. Voor mij was en is het én/én.
De één kiest voor ambitie de ander voor gezelligheid. Een derde kiest voor
beiden. Dat valt prima te organiseren, zolang er geen kampen ontstaan en we
niet de ambitie van de ander bepalen. Je ziet het bijvoorbeeld bij het
creëren van een derde trainingsmoment. Zolang je het
als optie aanbiedt, kunnen diegenen die het willen er voor kiezen. Maar het kan
niet zo zijn dat dat verplicht is.
Die of/of discussie was er bij Schaerweijde volop, hoe
zie jij dat?
Nou
wat ik zeg, je moet top aanbieden en ook gezelligheid. En
je moet iedereen gelijk behandelen. Geen groepen afzonderen, want dan creëer je
scheve gezichten. Wat geldt voor de D1 moet ook gelden voor D7, en ze hebben
het volste recht dat niet te willen afnemen. Maar het is niet omgekeerd: omdat
de D7 iets niet wil, mag het ook niet voor D1. Als vereniging moeten we top en
breedte mogelijk maken. Het versterkt elkaar. Als leden moeten we elkaar iets gunnen
en elkaar niet de maat meten. Als lid kan je het voor jezelf bepalen.
Je kunt het ook anders zeggen, langs die visie proberen we beleid te maken en neer te zetten. Je hebt kinderen die heel graag in het Nederlands elftal willen en kids die het gewoon voor de lol doen. En alles ertussen. We differentiëren in bediening langs die assen. En zo ontstaat eigenlijk een soort geleidelijke verdeling waarbij we passende teams proberen te maken. Geen harde selectie van jongs af aan, maar breed opleiden. Het is vooral zaak om het beleid dat er nu is vast te houden en te verbeteren met learnings uit te praktijk.
Hoe kwamen jullie bij Schaerweijde uit?
Na Rotterdam volgde Utrecht om vervolgens met onze drie
kinderen in Zeist uit te komen. Wij zijn het prototypegezin voor laten we zeggen een ‘familielidmaatschap’. Pieter speelt in Veteranen F, Derk in JD1, Florian in J8E2, Olivia in
M6E3 en ik speel in Veteranen A, echt heel leuk. En als vrijwilliger
ben ik sinds het eerste jaar op Schaerweijde actief. Komt door diezelfde
paplepel waarschijnlijk.
Ik ben na wat rollen als trainer, hoofdtrainer en technisch coördinator in het hockeybestuur gegaan in een moeilijke fase. Ik dacht, als ik er iets van vind, dan moet ik ook iets doen. Het voordeel van zo’n moeilijke fase is dat er na een ‘dip ’ ook weer veel te bouwen is. Wat ik altijd overeind houd, is dat we het in essentie voor de kinderen doen en niet voor de ouders. Dat is wat leidend is in de keuzes. Het is onze taak om voor de kinderen een fijne, veilige omgeving te creëren waar ze kunnen leren mét passende uitdaging. Waarin ze blij kunnen hockeyen met een team gelijk gemotiveerden en voldoende sociale connectie/vriendjes.
Gaat het nu weer beter?
Dat is wel mijn
indruk. Ik merk een enorm stijgende lijn in de sfeer. Vrijwel iedereen heeft weer zin en animo. Dat was ook goed te zien bij de eerste competitiewedstrijden
en de Super Sunday‘s die we aan het begin van het seizoen hebben georganiseerd.
Al zijn de hoogtepunten nu in deze coronatijden heel klein, we zien toch veel
vrolijke kinderen op het veld en ouders, helaas nu nog alleen aan het hek. We
zijn nu aan het bouwen met een vrijwel geheel vernieuwd bestuur met aandacht
voor de verdeling van de gelden, het complex met mooie toekomstplannen en
ruimte voor de clubbeleving. Corona gooit nog flink roet in het eten maar we
stevenen af op een mooie fase.
Zie je dat nu al tijdens corona?
Jazeker. De afgelopen weken iets neerzetten voor de jongste jeugd was niet
eenvoudig, maar lukt toch bijna elke week. Het is eigenlijk ook een vorm van
topsport. Veel regelen met weinig mogelijkheden. En door de steeds veranderende
regels continu flexibel zijn, ook voor de ouders, door vaak last-minute
planning. Het is aardig gelukt en wat we nu doen met Het Mix-Wintertoernooi en
daarna de Piste Cup is drie weken vooruit plannen. Samen met Renske Bakker,
Susan van der Aa en inmiddels vele andere lijnen die volgen, hebben we dat
neergezet. Daar zit energie, lol en dus toekomst in.
Er is toekomst. En we hebben het al niet zo slecht op Schaerweijde, laten we eerlijk zijn. Als je weet hoe vaak ik vanuit het district of omliggende clubs om voorbeelden word gevraagd over hoe wij de dingen aanpakken. Het zou mooi zijn als we continuïteit kunnen halen uit beleid en de bezetting van de vele commissies die de vereniging rijk is. Dan ken je elkaar en de club, weet je elkaar snel te vinden en kun je flexibel schakelen als je je moet aanpassen. Bovendien is het aantrekkelijk voor nieuwe vrijwilligers om mee te gaan bouwen.
Familieclub met ambitie zit mij in het bloed, bij Schaerweijde kan dat er echt uitkomen! Nu met corona kunnen we dat nog niet helemaal laten zien en ook nog niet vieren. Maar de winst van elk blij kind dat van het veld komt is groot. En dat kan alleen maar meer worden.
Reacties
Vincent Verweijmeren
9-2-2021 @ 14:29:57 |Leuk artikel Sofie