Schaerweijde Interview -31- Jorrit Hachmer
24-2-2021In deze serie interviews laten we vrijwilligers van Schaerweijde zien. Vrijwilligers met een rood-zwart hart die vaak tientallen uren besteden aan activiteiten in de club waar we met elkaar voordeel van hebben. Een vereniging als Schaerweijde drijft op vrijwilligers, het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Of het nou bardienst, materiaalcommissie, bestuurslid of jeugdtrainer is; de club, dat zijn wij.
Bescheidenheid siert de mens. Niet alle vrijwilligers staan te popelen om mee te werken aan een interview, ze hoeven niet zo nodig in de schijnwerpers te staan. Zo ook Jorrit Hachmer die een aantal jaar Hoofdtrainer van de Instroom Funkey’s, Funkey’s, Benjamins en F-jes is geweest en sinds twee jaar het stokje van Rogier van de Kolk als Lijncoördinator Veteranen Heren heeft overgenomen. Hij twijfelde of hij interessant interview materiaal zou zijn. Het tegendeel is waar!
Wat heb jij met Schaerweijde?
Na een aantal jaar buitenland zijn we in Zeist gaan wonen.
Al snel ben ik lid geworden van Schaerweijde en bij de Veteranen gestart. Toen
onze zoon Mats in kon stromen bij de Funkey’s ben ik gaan helpen met trainen. Ik
kon het op mijn werk regelen om op woensdagmiddag een paar uurtjes vrij te plannen.
Drie jaar ben ik meegegroeid van Funkey’s naar Benjamins tot en met de F-jes. Bij
de E6-tallen ben ik gestopt. Dat had meerdere redenen, het aantal trainingen
gaat bij de E6-tallen naar twee keer per week en ik kreeg het drukker op mijn werk. Daarnaast leek
het me goed voor de jongens en mijn eigen zoon om eens een ander gezicht te
zien en een nieuwe trainer te krijgen. Ik heb het met heel veel plezier gedaan
en val af en toe ook nog weleens in als het nodig is. Vooral het aanleren van
techniek bij die hele jonge kinderen is erg leuk.
Sinds twee jaar ben je Lijncoördinator bij de Veteranen.
Veel werk?
Dat valt mee want het zijn maar zeven teams. Ik doe
alleen de Veteranen Heren en dat is best overzichtelijk. Dit zijn over het
algemeen hechte teams die al jaren met elkaar hockeyen en dat loopt dan eigenlijk wel. Meestal zijn er weinig
mutaties en ben je een paar uur bezig voor de indeling van het nieuwe seizoen.
Vorig jaar waren er een paar teams waar wat meer moest veranderen. Daardoor hebben we een flinke puzzel moeten leggen binnen de Veteranenlijn. Dit is vrij uitzonderlijk en gebeurt eigenlijk maar eens in de 6 of 7 jaar. Maar op een goed moment gaat het schuiven, dan worden niveauverschillen of de leeftijdsverschillen groter of teamgenoten besluiten te stoppen. In dit geval was er behoefte om een team op te splitsen en dat bood ook een kans een extra team te creëren. Dan is het wel even wat meer werk.
We hebben met aanvoerders gesproken en andere teamgenoten of groepjes binnen een team over voorkeuren, wat de behoefte precies is en met welke combinatie spelers dat zou passen. Je kunt niet met alle 120 mannen in gesprek gaan, maar je moet wel zorgen dat je je een goed beeld kunt vormen en probeert hiervoor zoveel mogelijk verschillende groepen te benaderen. Meestal is er in het begin van het seizoen weinig behoefte is om te veranderen, dit gebeurt vaak pas in de loop van het seizoen of eigenlijk tegen het einde. En sommige delen van teams hockeyen al 30 jaar samen en hebben weinig behoefte om te wisselen of een ander team op te vullen. Het gaat ze vooral om de gezelligheid en als er niveauverschil is, accepteren ze dat sneller.
De veteranen zijn behoorlijk mondig en eigenwijs dus het is belangrijk om goed te kijken of iedereen op de juiste plek zit. Ik denk dat we een mooie oplossing hebben gevonden voor dit seizoen, waarbij we dus een extra team hebben weten formeren. Het is jammer dat iedereen nog maar zo weinig heeft kunnen spelen. Maar ik denk dat iedereen weer heel veel zin heeft om te hockeyen en met frisse moed verder wil gaan als we straks weer mogen. Hopelijk krijgen we nog de kans om een deel van de competitie af te spelen.
Uit hoeveel man bestaan de teams eigenlijk?
We hebben teams met 22 of 24 man maar daar zitten veel
DUO-leden in. Die spelen 50% en probeer je vaak te koppelen aan elkaar. Dit
lijken dus grote teams maar in de praktijk blijkt dit nodig te zijn. In
september begin je vaak met volle elftallen maar na 4 of 5 wedstrijden in de
benen komen de eerste blessures en dan ben je blij dat je er nog 15 over hebt. En
in de winter, tijdens het skiseizoen, mis je ook vaak spelers. Ik ben ook
benieuwd hoe fit iedereen uit deze hele coronaperiode komt. Zelf probeer ik regelmatig hard te lopen en hoop ik dat de schade meevalt.
Gemiddeld zitten er zo’n 16 tot 18 FTE spelers in een
team. Maar er zijn ook teams die maar 15 spelers hebben, dat is eigenlijk te
weinig. Hier is plek voor nieuwe aanwas. Vooral in de 45+ teams is nog ruimte,
dus wie weet voelen lezers zich gemotiveerd om zich weer aan te melden! Wat we
eigenlijk missen is de doorstroom van Senioren-elftallen naar de Veteranen.
Spelers van achterin de 20, begin 30 lopen niet rond op Schaerweijde. We hebben
veel jeugd en studenten die uit Utrecht gehaald worden maar daarna ontstaat er
een gat. Meestal als er een tweede kind onderweg is, komen jonge gezinnen in
Zeist wonen en ontstaat er weer aanwas. Dit gaat dan meestal via een buurman of
een vriend die al op Schaerweijde speelt. Wat je wel meer ziet, is dat
Trimhockeyers doorstromen naar de Veteranen. Dat is een positieve ontwikkeling.
Hoe werkt de bondsindeling voor de Veteranen?
Schaerweijde heeft nu in totaal 7 teams waarvan twee in de 45+ competitie en de
andere vijf in de 35+. Vorig jaar heeft de bond de benaming 45+ en 35+
geïntroduceerd. De 45+ vervangt het vroegere VL en L, naar de Romeinse cijfers
voor 45 en 50. De benaming VL en L voelden gek genoeg ouder aan dan de huidige 45+
benaming. Door de 45+ en 50+ samen te voegen heeft de bond ook meer poules met
kleinere reisafstanden gerealiseerd. Door deze shuffle moest er ook weer een
nieuwe klasse-indeling gemaakt worden. Het is nu éénmalig net als bij de jeugd,
je speelt voor de herfstvakantie in een poule met maar 5 tegenstanders en daarna vindt een
herindeling plaats voor nogmaals een kleine poule. Na de winterstop zitten dan
alle teams op het juiste niveau. Een hele leuke manier om de 45+ competitie
extra leven in te blazen maar helaas kwam corona ertussendoor.
Heb je altijd gehockeyd, ook toen je in het buitenland zat?
In mijn jeugd heb ik in Bergen op Zoom gespeeld bij Tempo
en tijdens mijn studententijd in een studententeam in Maastricht, later in
Utrecht bij Kampong. In Zwitserland heb ik niet gehockeyd. We hebben daar vijf
jaar gewoond maar dat is niet echt een hockeyland. Het bleef daar bij af en toe
eens een laf potje hockey met wat andere Nederlanders op een doordeweekse avond
en gezellig een biertje drinken. Er wordt wel gehockeyd op competitieniveau
maar de reisafstanden zijn daar zo groot dat je in een weekend zowel de uit-
als thuiswedstrijd moet spelen. Soms ook op neutraal terrein, je ontmoet elkaar
ergens in het midden. Met twee kleine kinderen thuis zag ik dat niet zo zitten.
In Engeland heb ik wel competitie gespeeld en ook daar is het totaal anders dan in Nederland. We realiseren ons echt niet hoe goed het hier geregeld is en hoe groot hockey is. Ter vergelijk: in Engeland speelde ik bij Reading, een van de Top 4 clubs. Deze club had maar twee kunstgrasvelden en in Nederland hebben we alleen al in Zeist zo’n 13 velden liggen in een straal van drie kilometer. Voor de thuiswedstrijden moest ik drie kwartier rijden en bij iedere uitwedstrijd was ik rustig anderhalf uur kwijt. Veel tegenstanders hadden niet eens een eigen kunstgrasveld, dat huurde ze dan van een Boarding school, omkleden moest op de cricketclub en een biertje na de wedstrijd in een local pub. Een eigen clubhuis is daar echt niet standaard.
Hockey is niet echt een gezelligheidssport, het zijn wel gezellige mensen maar ze komen echt om te sporten. Alle recreatieve teams spelen op zaterdag en als je klaar bent, mis je de gezelligheid om nog even te blijven hangen om Heren of Dames 1 te kijken. Die spelen op zondag. Een aantal van mijn teamgenoten van destijds had internationaal gehockeyd en waren echt onder de indruk van de Nederlandse clubs. Zoveel gezelligheid en ongekend veel mensen die op zo’n park rondlopen. En de geweldige faciliteiten. Dat kennen ze echt niet. In Nederland hoeven we meestal niet zover te rijden - behalve als je landelijk speelt - en het is overal gezellig op clubs.
Hoe zie jij je toekomst bij Schaerweijde?
Mijn kinderen hebben nog 7 tot 10 jaar te gaan in de
jeugd, Mats zit in de E6-tallen en Annabel in de Meisjes D. Mijn vrouw Dorreke
speelt bij de Trimhockey en heeft het daar ook erg naar haar zin. Ook zij heeft
al een paar jaar bij de Jongste Jeugd gecoacht. Ik zie mezelf nog zeker 10 jaar
blijven hockeyen. Sommige spelers zijn met 60 jaar nog steeds behoorlijk goede
hockeyers en ik ga in ieder geval mijn best doen dat ik tegen die tijd ook nog enigszins
mee kan.
Als gezin hebben we het erg naar ons zin op Schaerweijde alhoewel het nu wel
stil is. De kinderen missen het om tijdens deze hele periode tegen andere teams
te spelen maar ze vinden onderlinge wedstrijdjes met de gelegenheidsteams ook
erg leuk. Soms spelen ze met meisjes en jongens door elkaar. Dit is echt heel
leuk en dat heeft de club echt top geregeld. Als ouder missen we dat we niet
mogen kijken dus ik geef me graag op om te scheidsen. Dan ben ik toch nog even
op de club en ben je nog een heel klein beetje bezig met hockey.
Laten we hopen dat we in mei/juni weer wat meer mogen en dat iedereen dan weer
lekker enthousiast terug kan keren op de velden.
Astrid Hollander | 23-02-2021
Reacties
Michiel van Berkel
10-3-2021 @ 21:44:16 |topgozer!
Diego von Geldern
11-3-2021 @ 09:50:44 |Een toppertje voor de club