Schaerweijde Interview -24- Mariska Meulenberg
2-12-2020In deze serie interviews laten we vrijwilligers van Schaerweijde zien. Vrijwilligers met een rood-zwart hart die vaak tientallen uren besteden aan activiteiten in de club waar we met elkaar voordeel van hebben. Brede schouders dragen Schaerweijde, het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Of het nou bardienst, materiaalcommissie, bestuurslid of jeugdtrainer is; de club, dat zijn wij.
Ze zet zich met hart en ziel in als hoofdtrainer voor G-Hockey, is jarenlang trainer geweest van 1e en 2e lijns elftallen en was troubleshooter bij juniorenteams waar het even niet zo lekker liep. Op eigen houtje heeft ze haar trainersdiploma’s gehaald toen de SCA er nog niet was. Tot ze met G-Hockey begon was zij een halve werkweek op Schaerweijde te vinden. Inmiddels is dit teruggebracht tot 2 uur per week omdat de ondersteuning voor de G-Hockey niet met haar werk te combineren was in coronatijd. Deze week zijn we in gesprek met Mariska Meulenberg, een bevlogen vrouw en op het veld herkenbaar aan de roze pet of het gele mutsje.
Wanneer
heb je besloten om hockeytrainer te worden?
Ik wilde van oorsprong eigenlijk voor de klas staan, dat
was mijn grote wens. Door omstandigheden is dat er alleen niet van gekomen en
heb ik een ander pad gekozen. Na mijn opleiding ben ik onder meer manager in de
zorg geweest en bij de NS manager van conducteurs geworden. Een compleet andere
wereld en een hele leuke uitdaging. Binnen de NS nog andere functies gehad, secretaris
van de regio en uiteindelijk, nadat ik zwanger werd, bij P&O terecht
gekomen. Eenmaal moeder en een fikse allergie erbij heeft me doen besluiten om
na 12 jaar NS te stoppen. Al snel ben ik veel op de lagere school van de
kinderen gaan doen waaronder ook de Ouderraad. Iemand vroeg bij Shinty of ik
misschien hockeytrainingen wilde gaan geven en dat ben ik met heel veel plezier
gaan doen. Na 7 jaar heb ik de overstap naar Schaerweijde gemaakt omdat ze daar
een trainer voor de Top jeugd zochten. Dit heb ik twee jaar gedaan en daarna een
aantal jaar tweedelijns teams getraind en trainerscoördinator voor de 8-tallen
geweest. Af en toe werd ik ingezet als het ergens in een team niet zo lekker
liep.
Toen op een goed moment G-Hockey opgestart werd, wist ik gelijk dat ik daar
graag een bijdrage aan wilde leveren. We hebben toen heel erg de wind mee gehad
met enthousiaste bestuurders en veel ouders die erg betrokken waren (en nog
zijn). We hebben met elkaar een visieplan neergelegd en een hele mooie en leuke
poot neergezet bij Schaerweijde. Inmiddels coördineer ik en coach ik al een
aantal jaar de trainers bij de G-Hockey.
Wat
maakt training geven zo leuk voor jou?
Ik vind niks leukers dan kinderen in beweging te zien:
letterlijk en figuurlijk! Het geeft me echt voldoening om iets toe te kunnen
voegen en dat mag op ieder vlak zijn. Bovendien ben ik graag buiten en heb ik
er heel veel plezier in om dit leuke spelletje met een bal aan anderen te
leren. En toevallig is hockey mijn sport.
Naast het trainen heb ik altijd diverse rollen vervuld
binnen verenigingen en me nog nooit een dag verveeld. Er was altijd wel iets wat
ik anders kon doen of wat ik zelf wilde leren. Ik krijg heel veel energie als
ik mijn vaardigheden in kan zetten voor iets wat ik zinvol vind. Dat is voor
mij zeker het geval bij aangepast hockey: iedereen een kans geven iets te doen
wat leuk is. Het gaat niet vanzelf, ook hockeyen niet.
Kom
je uit een hockeygezin?
Nee, helemaal niet! Mijn zussen waren fervente
volleybalsters. Ik was de enige die is gaan hockeyen. Ik heb tot mijn 11egeturnd en heb toen de overstap naar hockey gemaakt. Ik speelde in het oosten bij
DHV (Deventer Hockey Vereniging), was niet de ster van het veld omdat ik pas in
de B ben ingestroomd, maar heb nog wel een aantal jaar overgangsklasse in Dames
1 gespeeld. Ik denk dat ik niet gehaaid of goed genoeg was om een topsporter te
worden. Ik moest het vooral van het harde werken hebben. Vanwege een
knieblessure moest ik stoppen. Jammer want ik vind het echt een mooie sport.
Het heeft alles in zich, je leert als kind om samen te werken, te incasseren,
om wat voor een ander over te hebben, het is fysiek en leert uitdagingen aan te
gaan. Je moet balgevoel hebben, inzicht, de balans vinden tussen teambelang en
eigen belang. Het is vooral leuk voor kinderen om met elkaar dingen beter of
anders te kunnen doen.
Hoe heb je ontwikkeld als trainer?
Door de jaren heen heb ik ontzettend veel geleerd.
Natuurlijk ben ik ook trainersopleidingen gaan volgen, o.a. de opleiding
Hoofdtrainer 2 bij de KNHB. En daarnaast diverse workshops en trainingen bij
NOC*NSF. Ik denk dat ik beter heb leren kijken naar wat er gebeurt door uit te
zoomen en niet te verzanden in details. Ik let meer op variatie in oefeningen
en vraag me nog meer af: wat oefen ik hier eigenlijk en voor wie? Want iedere speler
of spelersgroep is weer anders.
Ik heb mezelf altijd verder willen ontwikkelen en daar ook in geïnvesteerd. Zo ben ik nu weer bezig met een opleiding tot geregistreerd coach/practitioner. Geen hockeycoach dus maar voor mijn werk. Deze opleiding helpt me om meer te voelen wat ik zie en te vertragen in mijn reactie. Daar heb ik heel veel aan op allerlei vlakken. In de toekomst zou ik het heel mooi vinden als ik iets met deze opleiding op Schaerweijde zou kunnen doen. Dat mag in of naast het veld zijn!
Je
bent dus ook weer gaan werken?
Het begon weer te kriebelen en ik werk nu in een
verpleeghuis als teamregisseur. Dat houdt het midden tussen manager en coach
zijn voor alle zorgmedewerkers. Daarom heb ik het afgelopen jaar wat minder
tijd kunnen besteden aan G-Hockey. Het waren (en zijn nog wel) spannende en
moeilijke tijden, nu met corona. Ik vind het belangrijk om met maatschappelijk
verantwoorde dingen bezig te zijn.
Vandaar
je keuze om G-Hockey op te pakken?
Dat speelde zeker mee en ik vind het heel fijn om dit te
kunnen doen en dat ik aan de G-Hockey een steentje bij kan dragen. Heerlijk om
onderdeel te zijn van de saamhorigheid en de gezelligheid die erbij komt
kijken. De kinderen willen zo graag en het brengt mij heel erg in het hier en
nu. Als ik naar huis ga na de trainingen en ik ben verkleumd, dan heb ik het
toch warm. Er is geen dubbele agenda en ik krijg er zoveel voor terug. Het is
ontzettend leerzaam, de feedback van de kinderen is heel direct. Als ik "ik
snap het niet” hoor dan weet ik dat ik veel meer moet kijken naar wat ik
verbaal en ook non-verbaal zie gebeuren. Hoe een kind beweegt of dat de
oefening gewoon nog even te moeilijk is of dat ik het nog een keer moet uitleggen.
Ik ben echt in mijn element als ik met de G-Hockeyers bezig kan zijn.
Waarom
het roze petje of het gele mutsje?
(Lacht) Dat is voor de herkenbaarheid omdat ik niet zo
heel groot ben en altijd donkere kleding aan heb. Als ik dan een roze petje of
een geel mutsje op heb, dan kunnen ze me makkelijk vinden op het veld. Daar
vroegen ze om en die houden we erin, ik vind het wel grappig.
Hoe
ervaar jij Schaerweijde?
De clubgeest is heel goed en de lijnen zijn kort. De
visie van de club wordt goed uitgedragen. Heel veel mensen kennen elkaar. De
betrokkenheid van de ouders is groot. Zowel in positieve als negatieve zin. Het
zou fijn zijn als er wat meer vertrouwen is in de mensen die veel tijd besteden
aan wie het beste in welk team past. Ga het niet invullen voor een ander, praat
erover met elkaar. Het lijkt mij belangrijker dat kinderen later terugkijken hoe
leuk het op de club en in het veld was.
Ik heb ook de indruk dat jeugdtrainers echt een goede opleiding krijgen, de coaching academy heeft in de begeleiding een hele grote stap gezet. Ik vind dat een hele positieve ontwikkeling. Het is zo belangrijk dat ze leren om van de bal af te coachen en niet vanuit de dug out het spel proberen te sturen. Laat kinderen zelf lekker ontdekken en stuiteren in het veld, je moet ze handvatten geven en niet voorschrijven wat ze moeten doen. Hockey moet vooral leuk zijn.
Astrid Hollander | 1 december 2020
Reacties
Alette Geerts
6-12-2020 @ 22:12:58 |Leuk interview !
Julia Veehof
14-12-2020 @ 08:38:43 |Leuk om te lezen Mariska!