header foto header foto header foto header foto
 
Algemeen

Schaerweijde Interview -21- Anne Marie Dobbelaar

28-10-2020

In deze serie interviews laten we vrijwilligers van Schaerweijde zien. Vrijwilligers met een rood-zwart hart die vaak tientallen uren besteden aan activiteiten in de club waar we met elkaar voordeel van hebben. Brede schouders dragen Schaerweijde, het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Of het nou bardienst, materiaalcommissie, bestuurslid of jeugdtrainer is; de club, dat zijn wij.


 

Een bijna zilveren jubileum omdat ze al 24 jaar verbonden is aan Schaerweijde. Ze is in De Kuil gaan hockeyen bij Dames 3, later Veteranen A, 45+ en heeft het zelfs geschopt tot de Masters. Haar 3 kinderen hebben hun hele jeugd en zelfs nog tijdens hun studie in het rood-zwarte tenue gespeeld. Niet alleen als hockeyster maar ook als vrijwilligster heeft ze veel betekend voor de club. In haar begin jaren als barhoofd, later heeft ze de medische commissie opgezet, is manager en teamarts van Heren 1 geweest en de afgelopen periode ondersteunde ze (samen met anderen) het bestuur met medisch inhoudelijk advies over COVID-19. Een interview met een bescheiden en veelzijdige sportvrouw, Anne Marie Dobbelaar.


Hoe ben je in aanraking gekomen met hockey?
Ik was een jaar of 12 en mijn moeder stelde voor om eens te gaan kijken bij hockey. Ons gezin bestond uit tennissers. Alleen mijn moeder heeft vroeger gehockeyd en ze dacht dat het wel wat voor mij was. Vanaf het eerste moment vond ik hockey leuk. Ik heb vanaf de jeugd tot en met een aantal jaren in Dames 1 bij Groen Geel gespeeld in Wassenaar. Toen we in Zeist kwamen wonen, ben ik niet gelijk bij Schaerweijde gaan spelen. Wel ben ik lid geworden bij Shot. Ik vond het bij Groen Geel nog veel te leuk en heb de eerste twee jaar nog op en neer gereisd. Dat was alleen niet heel handig. De overstap naar Schaerweijde heb ik dus pas later gemaakt, Dames 3 was het meest logisch omdat ik toen al 37 was. Ik kwam in een redelijk jong team terecht en met een aantal van hen hockey ik nog steeds.

Je hebt het zelfs tot de Masters 50+ en 55+ geschopt!
Ja, dat klopt. In het jaar dat Nederland mee ging doen met de Masters heb ik de selectie voor de 50+ gedaan. Ik werd geselecteerd en doe nu al 6 jaar mee, behalve het afgelopen jaar omdat het door COVID-19 is afgelast. Ik ben met de Masters in Rotterdam begonnen en in Londen, Tilburg, Duitsland en Barcelona geweest. Ieder jaar moet je selectie doen, het is min of meer een vaste groep en af en toe stromen er nieuwe mensen in. Het is superleuk om te doen, echt bijzonder zo’n toernooi.
Vanaf december begin je met één keer in de twee weken trainen, dan wordt het opgevoerd naar één keer per week en speel je een aantal oefenwedstrijden. Zo werk je naar het EK of het WK toe. Het toernooi zelf duurt 10 dagen en is harstikke fanatiek. Het niveau is echt hoog en we worden ook goed begeleid. Tijdens het toernooi moeten we vroeg op, de hele dag staat in het teken van de wedstrijd. Je bent wat ouder dus je lichaam moet een hele dag sporten trekken. We krijgen allemaal extra vitaminen toegediend, Calcium en Magnesium voor je spieren en vooral als je in de hitte speelt, moet je veel drinken. Iedere keer valt het mij weer mee en lukt het iedereen om dit vol te houden. We hebben nauwelijks blessures. Het leuke is dat we tot twee keer toe een bronzen medaille hebben gehaald, met de 50+ in Londen en vorig jaar met de 55+.

Is jouw gezin net zo fanatiek met hockey als jij?
(Lacht) Ja, eigenlijk wel. Marc (redactie: echtgenoot van Anne Marie) hockeyt ook al jaren bij Schaerweijde. Dit heeft hij niet altijd gedaan, zijn sport was vroeger ijshockey. Na zijn studententijd is hij overgestapt naar hockey. De kinderen hebben hun hele jeugd gehockeyd bij Schaerweijde. Meike is na meisjes A1 (waar ik ook manager was) naar Hilversum Dames 1 gegaan omdat ze in Amsterdam ging studeren. Lente heeft nog een jaar in Dames 1 gespeeld en is daarna bij Rood Wit Dames 1 gaan spelen. Ze hockeyen nu allebei bij Hurley D2 resp. D3, in dezelfde klasse tegen elkaar.
Casper heeft na de JA1 een jaartje bij Phoenix gespeeld als een soort overgangsjaar voordat hij in Heren 1 kon gaan spelen. Hij was nog wat jong en niet sterk genoeg en dat heeft hem goed gedaan. Toen Casper in Heren 1 ging spelen, ben ik ook manager geworden. Dat heb ik 4 jaar met heel veel plezier gedaan (3 jaar hoofdklasse en 1 jaar Overgangsklasse). Cas is toen een jaartje bij Stichtse gaan spelen en nu alweer 2 jaar bij Hurley H1. Hij is net afgestudeerd in Amsterdam en stapt zo op z’n fietsje om daar te gaan hockeyen. Ideaal voor hem.

Hoe heb je je tijd als manager H1 ervaren?
Dat was een hartstikke leuke en ook een hele drukke tijd. Het was leuk omdat Cas meespeelde en ik daardoor ook al zijn vrienden beter heb leren kennen. Je ben dan nog meer betrokken bij het team. En heel druk omdat je als manager heel veel moest organiseren. Iedere week de shirts wassen, drie keer per week het eten regelen voor de jongens, met de bar overleggen, via sponsorkleding en clinics, geld inzamelen voor het trainingskamp in februari in het buitenland, de tickets, het hotel en de eettentjes regelen. De coach regelt de wedstrijden en de rest is voor de manager. En op de dag van de wedstrijden zelf moet je de scheidsrechters ontvangen, de mini van de week en daarnaast was ik ook teamarts. Dat was een aparte taak en ben ik voor gevraagd. Omdat ik huisarts ben kan ik die taak makkelijk uitvoeren. Die combinatie van manager en teamarts was wel erg handig. In Spanje had een van de jongens zijn sleutelbeen gebroken en ben ik met hem naar het ziekenhuis gegaan. En er was een speler die tijdens de Kennismakingstijd lang met z’n armen omhoog had moeten zitten. Die bleek trombose te hebben en heb ik gelijk doorgestuurd naar het ziekenhuis voor een spoedecho, dat zie je eigenlijk nooit. Was wel heel bijzonder en ook er gevaarlijk als je hier te lang mee door blijft lopen. Verder hoefden de jongens voor veel huisartsgeneeskundige zaken niet naar hun huisarts. Dat was natuurlijk wel makkelijk.

Het was handig als een van de jongens geblesseerd was, dan kon ik makkelijk naar de bond schakelen met doktersverklaringen. Of met de fysio overleggen voor een doorverwijzing naar een specialist. En die keer dat er een speciaal masker geregeld moest worden, zorgde ik voor de schakel tussen het ziekenhuis en de bond zodat het aan de eisen voldeed. Voor alle afwijkende medische dingen moet je verklaringen van de bond aan de scheidsrechters kunnen overleggen. Als manager moet je ook de Topavond meehelpen organiseren. Dat heb ik ook een aantal jaar gedaan. Dat was heel leuk maar ook erg tijdrovend.

Je bent nog wel betrokken bij zowel Heren als Dames 1 maar nu in een andere rol, als ‘clubarts’.
(Lacht) Dat klinkt wel officieel. Ik ben geen clubarts hoor maar ik word af en toe gevraagd voor advies. Dat vind ik helemaal niet erg en doe ik graag. Door COVID-19 zat Dames 1 laatst met een positief getest teamlid. Moet het team dan in quarantaine of niet, dat soort vragen. Zo heb ik het bestuur geholpen met de Coronaprotocollen, wat dan wel en niet mag voor het veld. Ik ben denk ik gewoon makkelijk benaderbaar omdat ik al een paar jaar medisch advies geef. Ook vanuit de Medische Commissie waar ik al heel veel jaar in zit.

Waarom zijn jullie met de Medische Commissie gestart?
Dat was zo’n 12 jaar geleden. Die vraag kwam vanuit het bestuur. Hoe het precies begon weet ik niet meer maar Annemiek van Dedem zat in het bestuur en was ons aanspreekpunt. Samen met Frans de Goede, Hans Amelink, Astrid Blaauw en Joost Frenken zaten we in de Medische Commissie. Het doel was om de managers van de jeugd een tas te geven met medische eerste hulpspullen en eerst hulpspullen in het clubhuis. We hebben gezorgd dat de AED in het clubhuis kwam te hangen en regelden de cursus voor degenen die deze moesten bedienen. Bij de A/B feesten moest er altijd een arts aanwezig zijn om te surveilleren. Toen mocht er nog alcohol geschonken worden, inmiddels is dat dus niet meer nodig. We hebben informatie-avonden voor ouders gehouden over het effect van alcohol en drugs op kinderen. Verder hebben we onderzoek gedaan over preventie van blessures. Heel veel kinderen bleken klachten te hebben en uit het onderzoek bleek dat dit met name aan het begin van het seizoen en na de winterstop was. Dan werd er ineens weer veel getraind en speelden blessures op. We hebben in samenspraak met Profit afspraken gemaakt voor spreekuren. Tegenwoordig wordt hier veel beter op gelet. De vertrouwensarts zat nog in de Medische commissie maar dat hebben we op een gegeven moment losgekoppeld omdat dit echt een apart staand iets is. Ik ben overigens ook nog steeds een van de twee vertrouwensartsen.
Toen ik manager van Heren 1 werd, is Dana Anna de Gast voorzitter geworden van de Medische Commissie. Wij zijn nu de commissie weer wat aan het uitbreiden.

Is het nodig dat er een arts aanwezig is op de club tijdens speelweekenden?
Nee hoor, dat is niet voorgeschreven. Op de A/B feesten moest wel verplicht een arts aanwezig zijn. En als er Play Offs zijn, wordt door de KNHB voorgeschreven dat er 2 artsen op het terrein aanwezig moeten zijn. Maar tijdens speelweekenden hoeft dit niet. Er lopen overigens genoeg artsen bij Schaerweijde rond. Ik ben ook zo vaak van het veld geplukt om even te helpen. Die ervaring zullen andere hockeyende artsen ongetwijfeld ook hebben.

Vind je dat Schaerweijde in de afgelopen 25 jaar veranderd is?
Ik vind dat de club veel professioneler is geworden. Alleen al de bar, ik heb ooit nog als barhoofd gewerkt met een poule van vrijwilligers. Als barhoofd maakte je dan wat meer uren. Dat is nu wel anders met een professionele barbezetting. Schaerweijde is echt een bedrijf geworden, nog meer mensen moeten helpen om alles draaiende te houden. Er is ook veel meer om rekening mee te houden, veel meer regels waar iedereen zich aan moet houden. Langs de lijn is veel veranderd, de Fair Play commissie is opgericht om te zorgen dat ouders zich niet meer bemoeien met wat er op het veld gebeurd. In mijn begintijd waren er helemaal geen lijnco’s, Funkey’s en Benjamins bestonden ook nog niet. Dat is er later allemaal bijgekomen. In de breedte is mede dankzij Suzan Veen een enorme verbeterslag gemaakt met de oprichting van de SCA. Op Schaerweijde wordt door heel veel mensen ontzettend veel werk verricht. Dat wordt denk ik weleens onderschat door veel ouders en leden.

En oh ja, ik ben ook nog betrokken geweest bij de nieuwe toegangsweg naar Schaerweijde. Herberth was toen voorzitter van Schaerweijde hockey en ik voorzitter van Shot. De plannen van de gemeente waren niet praktisch, ze wilden vanuit de carpool een toegangsweg maken voor auto’s en de fietsers moesten dan nog steeds die gevaarlijke Krakelingweg oversteken. We zijn toen samen met de gemeente gaan praten en hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat de rotonde werd aangelegd.

Hoe de toekomst van Schaerweijde eruit gaat zien, weet natuurlijk niemand. Ik hoop dat we het redden want COVID-19 zorgt voor een behoorlijke financiële klap. Laten we hopen dat het goed uitpakt, want we zijn er voorlopig nog niet vanaf. Maar het is een hartstikke leuke club, een onwijs mooi complex, dat moeten we koesteren.

Astrid Hollander | 23 oktober 2020


Reacties


Arnold von Weiler

28-10-2020 @ 17:52:40 |Anne Marie is een legend!!

Hanneke Van Kooten

29-10-2020 @ 14:43:21 |Wat gebeurt er veel in 24 jaar ..

Ernst van Splunter

30-10-2020 @ 14:09:22 |En altijd met een glimlach!💐

Alette Geerts

31-10-2020 @ 09:41:30 |Toppertje !

Reageer op het nieuws



Nieuws afbeelding